Door Martin de Baat
Slaapzaalgeheimen
Net zo goed als dat je toch één maal in je leven Campari zou moeten drinken hoort daar eigenlijk ook een bezoek bij aan de Supper Club!
Alles wat niet “des restaurants” is komt hier namelijk voorbij!
Eerst kom je bij de garderobe, een stuk touw voor een openstaande deur met daarachter een soort (af)werkkamertje.
De garderobe dame ín kwestie, hoeft, wat mij betreft, niet persé de geschiedenis in te gaan als de mooiste vrouw van het heelal maar voor een Supper Club mag het toch wel ietsje meer zijn.
Om te beginnen wordt het aperitief liggend geconsumeerd. Ik ben niet bepaald jaloers op de Romeinen die dit kennelijk hebben uitgevonden en ook nog jarenlang hebben volgehouden!
In de donkere bar staat een royaal, zwart bekleed, 2 persoonsbed voor je klaar met daar midden op een dienblad waarop je je drankjes kunt plaatsen.
IJsblokjes pakt de barman hier natuurlijk met z’n handen, net als je schijfje citroen in je frisdrank.
Het toeval wilde, dat ons bed pal tegenover een ander 2 persoonsbed stond waarop zich ook een dame en een heer bevonden. Op zich niets bijzonders, ware het niet, dat de bloedmooie dame die zich er op bevond, er wel erg uitdagend en sexy bij lag. Ik kon de gedachte niet van me afzetten dat het hier om een dame van lichte zeden ging en dan druk ik mij nog zeer voorzichtig uit. Dus mijn uitzicht was zeker niet onaangenaam, waarbij ik soms enige teleurstelling bij mijn vrouw bespeurde betreffende de hoeveelheid aandacht die zij van mij mocht ontvangen. Maar ja, zo’n uitzicht heb je nou eenmaal niet elke dag!
Om ons heen allemaal bedden met mensen die aan een aperitiefje zaten te lurken.
Plotseling werd de vredige, relaxte sfeer ruw verstoord door de binnenkomst van een enorme man in een nog veel groter zeer kleurrijk shirt, die ons wenkte mee te komen naar een heel andere ruimte. Gedwee liep de menigte achter hem aan, soms nog snel een paar slokken nemend, om het glas onderweg vlug te legen. De trap op, naar boven en daar traden we binnen in een grote, overwegend witte zaal met links en rechts heel veel bedden op een soort verhoging geplaatst.
Wij werden verzocht om in bed 5 te klimmen, eerst schoenen uit, wel te verstaan.
De ober bood hulp aan menigeen, om de gestelde ligplaats te bereiken. Veel kussens hielpen je enigszins om wat rechtop te kunnen hangen. Hoe krijg je anders het eten je strot door?
Een piepklein laag tafeltje stond op het bed, zodat je daar in ieder geval je drankjes op kwijt kon. Eten was natuurlijk met het bord op schoot.
We begonnen met een glas Möet et Chandon, geserveerd door een supermager, spichtig vrouwtje met een nogal onverzorgd gebit, gekleed in een licht doorschijnend jurkje. Ze was zo vlug als water, dartelde her en der wat rond en schrok er niet voor terug om af en toe wat tegen een ober aan te (v)rijen.
Ja, er waren 2 obers, nou ja obers, de ene was een supernicht, hemdje met korte mouwtjes en net onder de mouwtjes links en rechts op de armen een borduurwerkje van tatoeages. Lurkte voortdurend aan een flesje fris en maakte doorlopend het bekende “slappe handje” gebaartje. Hij verzorgde de bedden aan de overkant welk deel ik maar voor het gemak de “Ruygen Hoek” zal noemen. De andere ober, die ons bediende kende het klappen van de zweep. Het was dus helemaal geen ober maar een uitstekende entertainer. Stapelde borden boven op elkaar, pakte alle glazen van de bovenkant vast en droeg het glaswerk in z’n handen en tussen de arm en het lichaam geklemd. Maakte doorlopend grapjes omlijst met zeer veel mimiek en gebaren. Door het geluid van de muziek kon je eigenlijk geen woord met elkaar wisselen, laat staan met de bediening.
Zo’n wonderlijk gezelschap aan bedienend personeel wat ik hier aantrof, heb ik nog nooit in mijn leven gezien.
Alleen al voor dit gezelschap was het zeker de moeite waard om hier te vertoeven.
Tijdens je verblijf kun je ook nog gemasseerd worden, helaas, hoe dat in z’n werk gaat kan ik u niet vertellen.
Op de muziek was trouwens niet bezuinigd. Vanaf 20.00 tot 21.30 was er een diskjockey, daarna op gevolgd door 2 nieuwe diskjockeys plus een live band bestaande uit een stuk of 6 leden + geluids/lichtman.
Voor zover ik kon beoordelen, was de band van een zeer goed niveau, het moet wel je genre zijn, ze speelden jazz/soul achtige nummers, het swingde soms echt de pan uit.
En het eten zult u zich afvragen. Ik zal u niet langer in spanning laten. Het eten was van een behoorlijk niveau, maar zeker niet Supper!
Jammer dat de kok wentelteefjes met verse ananas in juli geeft en een saus op basis van pompoen bij een ravioli is toch ook meer iets voor het najaar.
Het hoofdgerecht was een zeer stevige, variatie op de bekende Gratin dauphinois, voorzien van paprikasaus, begeleid door baby pak soy. Eigenlijk is het een beetje gissen wat je precies te eten krijgt, want je kunt het niet goed zien, laat staan dat je iets kunt vragen.
Maar ach, eigenlijk was er weinig reden tot klagen voor ons als vegetariër. We werden steeds als eerst bediend in plaats van wat meestal het geval is : ALS ALLERLAATSTE. Vaak gaat het dan zo van “Oh ja, we hebben ook nog 2 van die reformknagers daar zitten”.
Jammer dat de soep lauw was en niet goed op smaak, maar het valt dan ook niet mee om een goede vegetarische bouillon te maken. Of je gebruikt als kok knolselderij, ook wel “de vegetarische soepkip”genoemd of je grijpt naar een vegetarische bouillon tablet van Maggi, welke een ongekende goede basis geeft. Maar je moet dat natuurlijk wel weten!
De wijn en het water werden steeds op tijd bijgeschonken maar ook steeds aangereikt, of je nu wilde drinken of niet. En de wijn, ja die was top, wat wil je met een heerlijke fles Riesling, de beroemde Wagner Stempel!
Er is een wijnkaart, maar om advies kun je eigenlijk niet vragen, je weet ook niet wat voor menu je krijgt en mocht er al iets uitgelegd worden dan versta je dat natuurlijk niet.
De keukenbrigade heeft niets trendy’s of extreem ten op zicht van het serveervolkje.
En jonge, vrij ernstig kijkende, controlerende chef, die soms zenuwachtig met z’n mobieltje heen en weer rent. Een jeugdige chef de partie, een keukenhulp en als ik het goed gezien heb ook nog een afwasser.
Die 40 couverts, op een doordeweekse avond, geef je natuurlijk op je sloffen door, als er alleen maar een “set menu” is. Iedereen krijgt precies hetzelfde. Alleen een alternatief voor vegetarisch of puur vis of alleen vlees.
Voor de keukenbrigade lijkt me er in ieder geval weinig spannends aan.
In deze tent kun je heel goed uit je dak gaan, maar dan moet je niet net als wij de laatste metro willen halen. Na het diner barst het muzikale geweld pas echt goed los en zie je ook steeds meer swingende dames en heren die het bed inmiddels verlaten hebben.
Echt leuk en totaal anders dan anders, het is volgens mij wel meer bestemd voor de doelgroep tussen de 20 en 35.
Maar zoals ik al zei….. je moet dit één keer in je leven meemaken en dat, ja dat, heb ik nu toch in ieder geval gedaan.
Martin de Baat
Geef een reactie