De wereld om ons heen verandert razendsnel. Kwamen de snijbonen vroeger misschien uit Staphorst en omgeving, nu staat er op het etiket in de supermarkt Kenia, Marokko of Egypte. Zo langzamerhand zijn velen hier al aan gewend, het is niet meer opzienbarend.

Toch krabde ik mij onlangs even achter de oren bij het lezen van de volgende tekst: “Onze zongedroogde tomaten zijn woestijngedroogd”. Men doet hier alsof deze tomaten lekkerder zijn, want de Sahara zon is toch net even wat anders dan de Italiaanse of Spaanse zon. Deze Sahara tomaten zijn in elk geval een stuk duurder. Eerst dacht ik nog: “Gaan onze Hollandse tomaten dan naar de Sahara om daar lekker in de zon te bakken met als gevolg uitdrogingsverschijnselen?” Zouden we misschien zelf ook wel mee willen, hoewel een beetje erg heet daar. Komen we ook nog verschrompeld terug!

Als de tomaten opgedroogd zijn moet je maar hopen dat je ze nog terug kunt vinden zonder gids daar in de woestijn. Google Maps werkt waarschijnlijk niet in deze onherbergzame oorden. Als het gelukt is ze te vinden, dan hup de kratjes in en tussen de bulten van de kamelen op transport naar de haven met bestemming Holland. Net als die Hollandse garnalen die ook van Stellendam naar Marrakesh heen en weer gesleept worden. Hier in de buurt gevangen en daar gepeld. Samen met de tomaten terug op de boot voor half geld. Nee, zo gaat het niet, die tomaten worden ook in de woestijn gekweekt in enorme kassen. Ik vermoed dat je zult denken: “Dat hoeft toch niet persé, het is zo al warm zat”.  Daar heb je volkomen gelijk in.

Maar om het hele groeiproces beter te kunnen beheersen worden de tomaten in kassen gekweekt. Wellicht zit er zonwerend glas in die kassen. Zo niet, dan raken die tomaatjes ook nog oververhit en kunnen ze gelijk als “Saharazongestoofde tomaten” verkocht. Nee, er wordt gebruik gemaakt van een koelsysteem, een soort airconditioning.

In de woestijn groeien de tomaten in natuurlijk winterlicht. Waar in Nederland in deze periode van het jaar het kwik vaak niet boven de 5 graden komt, is het in de woestijn een graad of 16. ’s Nachts koelt het af, maar het opgepompte warme bronwater houdt de temperatuur in de kassen op peil. Zo kan flink worden bespaard op gas/olie en licht. Nu is in dit soort landen water kostbaarder dan olie dus hoe los je dat waterprobleem verder op?

Men heeft vaak gewoon een pijpleiding aangelegd, vanaf zee naar de kassen. Onderweg wordt het water gezuiverd en geschikt gemaakt om de tomatenplanten van voldoende water te voorzien. De nieuwste techniek is het gebruik van superabsorberende grond ook wel hydrogel genoemd. Het gebruik hiervan bespaart tot wel 80 % aan water. Dus door het gebruik van bronwater, zeewater en hydrogel is er zelfs in deze gortdroge omgeving geen probleem meer met de watervoorziening. Als je de tomaten te drogen legt scheelt dat natuurlijk enorm in de transportkosten. Water transporten kost veel geld. Bovendien houden ze het liever zelf.

Maar lang niet alles wordt gedroogd. Ook de verse tomaat komt in zeer grote aantallen deze kant op omdat de arbeidsloonkosten in de woestijnlanden zo laag zijn. Soms komt dat Saharazand ook hierheen. Je kent het wel, heb je net je auto gewassen en de volgende morgen wil je instappen en is je wagen bedekt met een fijne laag stof. Dat zand komt gratis deze kant op, helaas heb je er alleen maar last van. Je kunt er, zeg maar, niet eens de zandbak van je kinderen mee vullen.

Of dat zand ook met die zongedroogde tomaten mee komt? Dat weet ik niet. Indien wel het geval, dan bestaat de kans dat je knarsetandend je tomaatje moet verorberen. Ik heb al een hekel aan zand tussen mijn tenen als ik weer eens mee moet naar Scheveningen of Zandvoort. Maar zand tussen mijn tanden is nog een graadje erger. Misschien valt het mee en worden de zongedroogde tomaten daar ook in bepaalde kassen gedroogd, maar dan met de ramen open, anders worden het weer “aan de plant gestoofde tomaten”.

Dat heen en weer gesleep met producten, zoals garnalen en varkens vinden velen maar niks. Maar ook bijvoorbeeld dat rundvlees en landbouwproducten van steeds verder weg moeten komen, terwijl we het hier ook hebben stuit veel mensen tegen de borst. Koop je ze “local”, zijn de producten wellicht iets duurder en niet altijd het hele jaar door verkrijgbaar maar…So what? Geen lak meer aan het seizoen maar respect voor het seizoen. Steeds meer mensen worden zich hier gelukkig van bewust. Vandaar dat meer en meer de voorkeur wordt gegeven aan lokaal geproduceerd voedsel en geldt steeds minder het adagium:

“Alles wat je van ver haalt is lekker”

Martin de Baat


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *