Misschien weet u het nog, je komt het niet zo vaak meer tegen, een restaurant of visrestaurant met een homarium en/of een forellenbak. Je kunt als gast zelf je kreeftje of forelletje uitzoeken. Zo zag je vaak min of meer welgestelde gasten, waarvan de dame de heer vroeg voor haar een mooi kreeftje uit te zoeken. De heer begaf zich schoorvoetend, al dan niet met een brok in de keel, naar het homarium waar de kok en de ober hem al op stonden te wachten.
“Zo meneer, zegt u het maar” zei de kok. “Mijn vrouw wil graag een wat kleiner kreeftje, doe die maar met die spikkeltjes.” “Zoals u wenst meneer” zegt de kok. Vervolgens vroeg de gastheer “Wat mag het voor u zijn meneer?” “Doe mij maar een forelletje. By the way, ober zoekt u er maar eentje uit, want voor mij zijn ze toch allemaal hetzelfde.” Het doodvonnis uitspreken over een kreeftje voor je geliefde, dat lukt nog net, maar een directe confrontatie, in levende lijve, met je eigen toekomstige hoofdmaaltijd gaat net iets te ver. Het moet allemaal niet te dichtbij komen! En de dame aan tafel maar denken: wat is die kerel van mij toch een flinke vent!
Wellicht minder confronterend, maar voor velen toch een brug te ver, gaat het er aan toe bij restaurant “In de volksmond”. De eigenaar van deze zaak heeft het waarschijnlijk allemaal niet zo bedoeld en zag het meer als een grap, toen hij de menukaart maakte, maar het pakte toch net wat anders uit. Een aantal rundvleesgerechten op deze kaart werden vermeld met de naam van de koeien, zoals Bertha 2, Hendrika 98 en gestoofde Mina 22.
Degenen die zo’n gerecht bestellen wil ik nu niet bepaald kwalificeren als gewetenloze burgers, dan zou plotseling half Nederland hiertoe behoren. Want het blijft dan niet alleen bij degene die deze biefstuk voorzien van identiteit opeet, maar ook degenen die bloed aan hun handen hebben, zoals de boer die zijn koeien nog een laatste aai over de bol geeft, voordat hij ze naar het slachthuis laat afreizen en vervolgens de slachter die talloze dieren razendsnel voorbereid op een kortstondig, geportioneerd verblijf op de vleesafdeling van menige slagerij of supermarkt.
Het is wel duidelijk dat het overgrote deel van de burgers hier niets van wil weten. We willen wel dat het vee diervriendelijk wordt gefokt, dat het goed verzorgd wordt, dat het in de wei komt, dat het ook in loopstallen verblijft en dat het niet al te veel en te vaak medicijnen krijgt toegediend. We willen desnoods ook nog weten van welke boerderij het vee afkomstig is.Maar als het in de winkel ligt of op ons bord komt dan willen we echt niet weten welke koe het was, dit komt veels te dicht bij! Dus opeens geen identiteit maar anonimiteit!
Nu komen er ook gasten bij restaurant “In de volksmond” die er weinig problemen mee hebben dat de koeien, met man en paard, op de menukaart genoemd worden. Laatst was er een gast die smakelijk zijn tournedootje afkomstig van Berta 2 zat op te peuzelen. Een aantal maanden later kwam hij weer bij deze zaak en zag tot zijn verbazing het gerecht nog steeds op de kaart staan. Toen wenkte hij de ober en zei: “ Hoe kan dat nou? Eén klein half jaartje gelden heb ik hier ook al een tournedootje van Bertha 2 gehad, deze koe zou toch al lang op moeten zijn! Meneer, zegt de ober mag ik vragen hoe uw vrouw heet? Jazeker, mijn vrouw heet Beppie. Ah ha, hebt u enig idee hoeveel Beppies er in Nederland rondlopen. Niet precies, maar ik denk heel veel, vooral in de Jordaan en omstreken. Juist zegt de ober, zo is het ook met Bertha 2. Oh, nu wordt me het duidelijk, doe d’r dan nog maar eentje.
Het geweten van mensen is iets heel geks. Het lijkt er wel op dat hoe kleiner het dier is hoe minder moeite we er mee hebben om ze ook zelf om zeep te helpen. De rechtstreekse confrontatie doet er opeens niet meer toe. Pas als we er een vergrootglas voor zouden houden dan zouden we misschien terugdeinzen om ze een doodsklap te geven, want het is de anonimiteit die verdwijnt zodra het vergrootglas verschijnt. Neem nou de mug, de mier en de vlieg. Wie slaat ze niet met het grootste gemak dood. Maar een kip de nek omdraaien en dan ook nog een keertje zelf opeten, die mensen moet je met een kaarsje gaan zoeken, behalve wellicht in Suriname en omstreken.
Zet hier in Nederland maar rustig een plaatje van de koe op een pak melk of op een wikkel Milka chocola, maar waag het niet om een afbeelding van Hendrika 62 bij de bieflapjes van slagerij J van de Ven te plaatsen. De wereld is te klein en je zult er niet één verkopen. Ons geweten is dus deels cultureel bepaald en het is ook nog eens selectief. Zijn we dan ook meteen allemaal hypocriet? Wie zal het zeggen? In elk geval weer eens genoeg stof om over na te denken!
Martin de Baat.
Geef een reactie