De trendy inrichting past perfect bij de vernieuwende lunchkaart die hier gevoerd wordt. Puur, eerlijk en zoveel mogelijk biologisch, dat is waar de eigenaar de nadruk op legt. Alles wat op tafel verschijnt, is dagvers en uit eigen keuken.
Best mogelijk maar wat te doen als je naar het toilet moet? Dat overkwam mij! Je kijkt dan eerst maar eens in de rondte, je ziet geen deur die toegang geeft tot. Nog eens beter kijken, nee, echt geen toilet te bespeuren. Dan maar even vragen aan de bediening en die zegt: “Dat is hierachter meneer” en wijst vervolgens richting bar. Enigszins vertwijfelt begeef je je richting bar. Men wenkt nog zo van “even verder lopen” en warempel je staat midden in de keuken. En…. je kunt aansluiten in de rij.
Er staan een stuk of vier mensen voor me. Aan de bewegingen van de overige gelukkigen in de rij is af te lezen hoe nodig moeten. Er is maar één toilet en dat is het personeelstoilet achter in de keuken. Ondertussen is de kok/eigenaar druk aan het werk en moet zich soms verontschuldigen als hij het rijtje wachtenden moet passeren omdat de warme kant net aan de overkant is. Ondertussen is een fotograaf in de keuken bezig een aantal tapasachtige gerechtjes op de gevoelige plaat vast te leggen.
De kok/eigenaar, een soort Spiderman, met een arm die er uit ziet als een levende kersttak omdat deze volledig is vol getatoeëerd met toeters en bellen. Hij rent van links naar rechts omdat op een lange werkbank allerlei componenten staan uitgestald waaruit hij allerlei gerechtjes samenstelt. Onze Spiderman doet ondertussen met z’n mobieltje in de aanslag ook nog aan netwerken, waarna hij steeds weer de draad oppakt.
Ik stel me zo voor dat er mensen in de rij staan die snakken naar het moment dat er een spoedig einde zal komen aan de uitgestelde tewaterlating van hun met zeer veel moeite ingehouden drol. Dat valt namelijk zeer duidelijk af te lezen ven hun sterk bedrukte gezichten. Ze proberen zich ondertussen een beetje te vermaken en hun verscheurde gevoelens af te leiden van hetgeen ze op dat moment beleven. Je hebt hier namelijk goed zicht op de achterwand van de koude keuken en deze wand staat bomvol geschreven met teksten, tekeningen en recepten, een beetje Jamie Oliver stijl, gelardeerd met dankwoordjes, nietszeggende facebookachtige teksten.
Hier wordt af en toe ook een workshop koken gegeven en dan mogen de deelnemers hun hart luchten op deze muur van schaamteloosheid. Het is allemaal zo onwerkelijk als je deel uit maakt van een gezelschap wachtenden voor het toilet omdat dit allemaal plaats vindt midden in de keuken. Dan ben je eindelijk aan de beurt. De wc deur gaat open en de geur van poep mengt zich met de geuren van de tomatensoep en pompoensoep.
Achter de toegangsdeur bevindt zich een piepklein halletje met wasbakje en handdoek en daarachter de onvermijdelijke pot. De handdoek ziet er uit alsof er die dag al heel wat handen zijn geschud, enigszins vergelijkbaar met een receptie waar minimaal 100 mensen de jubilaris met een ongewassen hand (druk) hun felicitaties hebben overgebracht.
Ook de kok, de afwasser en de bediening gaan uiteraard naar dit toilet. Het is te hopen dat de kok/eigenaar vandaag als eerste naar het toilet is geweest want anders kunnen hier wel eens hele rare dingen gebeuren. Hoe is het in godsnaam mogelijk dat een zaak met een dergelijke voorziening gewoon een vergunning krijgt? Ja, ik heb hier ook gegeten en gezond en wel ben ik de zaak uitgegaan maar ik heb mijn handen dan ook niet afgedroogd.
Ons tafeltje, en daar had ik weer eens geluk, was pal naast een balie waar een kleine display op stond. Een wandje gevuld met oliën, koffie, azijnen, marmelades en andere delicatessen en een deel ervan werd toevallig vandaag gepromoot. Op de display bevond zich een flesje balsamico waarin een pipetje, wat brood en olijfolie. Nou dat kwam goed uit want mijn salade was niet aangemaakt. Dus was ik zo brutaal de pipet balsamico en de olie ter hand te nemen. Op dat moment verscheen de kok/eigenaar achter de balie. Ik probeerde me te verontschuldigen dat de salade naar mijn idee niet was aangemaakt en dat ik daarom gebruik maakte van de samples. De salade was volgens hem wel degelijk aangemaakt, maar breed lachend zei hij dat het geen enkele probleem was als ik nog wat meer olie en azijn wilde nemen.
Nou, die salade was echt niet aangemaakt, maar er was wel iets heel merkwaardigs mee aan de hand. Op de salade bevonden zich twee witte slierten kaarsrecht strak naast elkaar gespoten, alsof Prorail hier net een nieuwe verbinding door het saladelandschap had aangelegd. De slierten hadden ook zo ongeveer de stijfheid van een treinrails. Ik kon ze ternauwernood in stukjes hakken en ze smaakten alleen maar vettig. Zou onze kok dit bedoelen met dressing?
Het leek wel of hij de frituur had verschoond en het zonde vond om het afgewerkte Ossewit weg te pleuren. Tussen de rails bevonden zich o.a Parmensaanse kaas, ontvelde kerstomaatjes, plakjes augurk en aan het einde een enkele pecannoot die waarschijnlijk het spoor bijster was geraakt. Het gerecht zou niet misstaan in de eerste de beste klassieke stationsrestauratie waar het misschien de toepasselijke naam “railrunner” of “tussen de rails” zou kunnen krijgen.
Dan besluit je, enige uren later op de dag, in dezelfde stad een drankje te nemen. Helaas, ook deze zaak maakt het behoorlijk bont betreft het gebrek aan hygiëne. Als je hier binnen bent, krijg je direct op één of ander manier een onprettig gevoel. Je krijgt de indruk dat je er niet thuis hoort. Zitzakken in een loungeachtig deel, een bar, veel lichtspots in felle kleuren, maar op dit moment buiten gebruik, een leeg podiumpje en een interieur met zeer veel grijstonen. Het geheel van een zeer minimalistische inrichting. Een trieste en bedompte sfeer. Uitpuilende prullenbakken in het toilet, personeel met schorten voor waarop je de sporen van het 3 gangen dagmenu, dat buiten op een krijtbordje staat, zeer goed kunt herkennen.
Mijn vrouw is heel netjes, maar als ik thuis kom kan ik zien welke soep er die dag op het menu staat. Dit komt uitsluitend omdat ze niet zo goed met de staafmixer overweg kan. Vorige week was het pompoensoep, dat zie ik aan de lamellen voor het keukenraam. Maar in deze zaak kon je zowel soep als een hoofdgerecht koken van de schorten die het personeel droeg. Wanneer je hier aan de bar plaats zou nemen, dan zou je met je schoenen al snel in de zichtbare voetsporen treden van honderden voorgangers. De handen van mijn vrouw begonnen te jeuken toen ze aan de zijkant van de bar een bruin/grijze drek waarnam, die langzaam naar beneden zijn weg zocht naar de vloer. “Deze zaak schreeuwt om een emmertje sop” zei ze, en daar moest ik mijn poetswondertje volledig gelijk in geven. We zullen het maar niet al te uitgebreid hebben over al de stoel- en tafelpoten, de richeltjes en de ramen. Allemaal bedekt met vieze drek, ongeschikt voor de lekkere trek!
Wat hier aan de hand is? Ik vermoed, een zaak die tot diep in de nacht uitbundig feestend uitgaanspubliek compleet met diskjockey binnen haar deuren heeft en… enige uren later gewoon weer vrolijk open gaat voor koffie, thee of lunch. En… zoals het er naar uit ziet, met ongeveer hetzelfde personeel en zonder dat er ene Achmed, Ali of Mohammed maar enigszins in de buurt is geweest. Zo bezoek je op één dag zomaar twee zeer trendy zaken. Wat het trendy element hier aan is?
Gewoon, onvervalste viespeukerij!
Martin de Baat
Geef een reactie