Het Nonnetje

De naamgeefster van de Agnietenorde, de heilige Agnes was de beschermheilige van verloofde paren, van de kuisheid, van de jonge meisjes en maagden en van de slachtoffers van verkrachting, omdat ze zelf ooit was verkracht. Uitgerekend een non, lid van deze kloosterorde, die uiteraard ook de gelofte van kuisheid had afgelegd begon voor zichzelf als ZZP er. In welke business, zult u zich afvragen? Wel eh, de lichte zeden business.

Destijds, ik spreek over enige honderden jaren terug, toen Harderwijk nog een echte haven- en vissersplaats was, waren er diverse scheepjes die daar dagelijks aanmeerden. De bemanningsleden wilden ook wel eens wat anders dan alleen maar hun vracht lossen en een stevige borrel drinken bij de herbergier. Ze konden voor hun overige behoeften, zeg maar voor plezier en vertier, ook nog terecht bij deze ex non. Afrekenen was natuurlijk op zijn Harderwijks: boter bij de vis!

Of deze frivole non de methode “voor het zingen de kerk uit” toepaste, wat toch een religieus tintje gaf aan het geheel, zullen we nooit te weten komen, want voorbehoedsmiddelen bestonden er ook al in die tijd. Het condoom bestond al ver voor de Middeleeuwen. Nog geen condooms in allerlei vormen en smaken, maar wel met hetzelfde doel. Lust zonder Last. De condooms werden toentertijd gemaakt van schapendarm, vissenhuid, linnen of van leer. Op een steenworp afstand van het Agnietenklooster bevond zich haar afwerkplek.

De heilige Agnes en haar volgelingen moet het zeer veel verdriet gedaan hebben dat deze non zich zo tegen hun principes keerde. Uiteraard moest deze non onmiddellijk de kloosterorde verlaten. Misschien had ze ook geen zin meer in het strenge kloosterregime en was dit de enige mogelijkheid om er nog voor je dood uit te komen. Op deze afwerkplek aan de oude Vischmarkt in Harderwijk, bevindt zich tegenwoordig het 2 sterrenrestaurant het Nonnetje.

De naam klinkt heel devoot maar inmiddels weet u hoe de vork in de steel zit. Om het meer in schipperstaal te zeggen: “De vlag dekt de lading niet”, want wat zich hier tussen de 4 muren afspeelde was toch even wat anders dan wat zich achter de kloostermuren afspeelde. Hoewel we dat eigenlijk ook niet zeker weten. Ook in de kapel van het voormalige Agnietenklooster bevindt zich een restaurant met Michelinster, namelijk restaurant Basiliek. Wat is dat toch, dat horecaondernemers zo graag iets beginnen op van oorsprong religieuze bodem. Hoewel, die andere locatie was meer van “vermenigvuldig u en ga”.

Het geheim is “de ambiance” zult u zeggen. Dat klopt, in restaurant Basiliek leveren de oude klooster muren van de voormalige kapel zeker een bijzondere bijdrage aan de sfeer en het interieur. Dat kun je bij het nonnetje niet zeggen. Je ziet daar bijvoorbeeld wel een herentorso staan als je richting toilet gaat. Boven de entree van de zaak een boeddhistische beeltenis. Symboliseert dit misschien het sacrale en profane leven, waar deze non van lichte zeden in verkeerde? Wie zal het zeggen. Beide horecazaken zijn toch culinaire tempels geworden, dat is zeker de huidige overeenkomst. Wat vooral opvalt, zijn de jonge en dynamische mensen die er werken. De passie straalt er af.

De overeenkomst met de kloosterorden? Men zei altijd dat het een roeping was om het klooster in te gaan. Je moest het heel graag willen en daar heel veel voor inleveren. Ook nog eens min of meer gevangen zitten tussen 4 of meer muren. Het lijkt er op dat de tophoreca ook een roeping is. Lange werkdagen, je mag nog wel naar huis, maar meestal heel laat op de avond. Je moet het dus ook graag willen. Maar als het je passie is, worden de nadelen van het vak echter een stuk minder als nadeel ervaren.

Zeker als het een vrije keus is, dat was helaas bij de vroegere kloosterlingen lang niet altijd het geval. En betreft de horeca, je hebt geen levenslang. Je kunt er tenslotte altijd nog uitstappen, zonder eerst een strafbaar feit te hoeven plegen.

Martin de Baat


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *