Geen afbeelding van de werkelijke situatie
Alsof de gasten een zeer besmettelijke ziekte bij zich dragen, zo’n gevoel krijg je als je de restaurantruimte overziet. Maar liefst 200 zitplaatsen heeft restaurant “Swanensee” waar zo’n 16 gasten verdeeld worden over 4 rayons en binnen die rayons nog eens zo ver mogelijk uit elkaar worden gezet. Zo heb je 2 tafeltjes per rayon die mijlenver uit elkaar liggen. “Gezelligheid kent geen tijd” gaat hier zeker niet op! Geen zwanenmeer maar een zee van ruimte!
De afscheidingen tussen de rayons bestaan uit doorkijkjes naar de andere delen waar je in de verte de andere gasten ziet zitten. Alle, niet bezette tafels, zijn uiteraard ook niet opgedekt, om de sfeer maar vooral niet te vergroten. Ook staat er nog een schuifdeur open, die toegang biedt tot een zaaltje, zodat er nog meer niet bezette onopgedekte tafels zichtbaar worden.
De leidinggevende in de bediening, een zeer plichtmatig werkende dame, die naar mijn smaak beter in het profiel van begrafenisondernemer dan van gastvrouw past, moet samen met haar assistente heel wat meters maken. Ze hebben zich in ieder geval hiervoor gewapend door hun zwarte gympies aan te trekken. Het is op deze manier ook een schier onmogelijke opgave om het overzicht over de gasten te bewaren, zodat er haast bovenmenselijke inspanningen nodig is om contact met de bediening te krijgen..
En het zou zo anders en leuker kunnen zijn, als die paar halfpension gasten gezellig bij elkaar werden gezet in het rayon aan de raamzijde. Tenslotte zijn we allemaal lotgenoten. Heel misschien zou dan een voorbijkomende passant het idee kunnen krijgen om aan te schuiven voor het 3 gangen pensionmenu. Dan hadden die halfpension koks en gastvrouwen eindelijk eens wat te doen.
De halfpension kok kijkt nu steeds verveeld op zijn halfpension klok omdat er zo ontzettend weinig gasten zijn. Want de zakenmensen in dit hotel beginnen daar echt niet aan, dat is een kwestie van ontbijten en pleite! Wij behoren tot het “gelukkige” Kras halfpension-gezelschap die in dit restaurant enige avonden mogen vertoeven. Nou ja avonden, met moeite kun je hier een uurtje verblijven.
Eten op smaak brengen, nooit van gehoord, alle zelf gemaakte soepen zijn vrijwel smakeloos. Ook de zelf gemaakte hoofdgerechten hebben geen smaak, tenzij ze kant-en-klaar ingekocht zijn. Niet dat het dan ineens heel lekker wordt of zo, maar omdat je dan ieder geval weer eens iets met smaak krijgt, ook al is het dan fabrieksmatig.
De medewerkers weten precies wat er komen gaat, alleen halfpension gasten, helemaal geen à la carte. Elke avond begint met een kopje soep, keuze uit 3 simpele hoofdgerechten en een dessert. In de keuken staan 2 koks, een leerling en afwasser. Zodra het laatste hoofdgerecht door is zie je niemand meer in de open keuken. Ik denk dat ze gaan roken, dobbelen, kaarten, sms’en en drinken. De gastvrouwen hangen een beetje achter de bar. Tenslotte moeten ze tot 22.00 uur paraat zijn. Na 20.00 uur zie je hier echter al geen sterveling meer.
Zo tegen 21.30 uur barst het feest pas echt los, dan verandert de crematoriumstemming in het restaurant ineens in vrolijk party gedruis. Luidruchtig hangt het keuken- en bedieningspersoneel om de bar en laten zich het bier goed smaken. De managers zijn dan al lang en breed naar huis. Is hier dan alles zo negatief? Nee, juiste de stagiaires blijken als enigen, nog volop enthousiasme te kunnen opbrengen. Je zou bijna zeggen dat ze nog niet verpest zijn. Zij doen nog gewoon hun best om vriendelijk, spontaan en attent over te komen.
Zo zie je maar weer, gastheerschap is net als koken, een echt vak, dat slechts weinigen beheersen. Nog dramatischer wordt het, als het aanwezige enthousiasme bij de jongeren, in de kiem wordt gesmoord door ongeïnteresseerde, klokkijkende begeleiders.
Martin de Baat
Laat een antwoord achter aan Manja Reactie annuleren