Taalperikelen

Taalperikelen

Natuurlijk is het goed dat ons middelbaar beroepsonderwijs wordt versterkt met een legertje taal -en rekendocenten, het blijkt helaas een bittere noodzaak te zijn.

Zowel in woord als geschrift neemt de kennis van onze taal dramatische vormen aan.

SMS, Hyves, Twitter en hoe ze verder maar mogen heten dragen zeker niet bij tot wat Johan Cruijff ooit over het niveau van het Nederlands van de gemiddelde Nederlander heeft gezegd: “Hij hep ‘n goed taolgevoel”

In het Amsterdamse wordt het plat Amsterdams of Jordanees steeds meer als ABN opgevoerd.

Wat dacht u van de volgende uitspraak, ooit gedaan door een oud leerling van mij:

“Hij hep meer aardappeltjes dan mij!” “Me moeder hep me zus gevraagt of ze ken helpe!”

Zo langzamerhand is dit niet bijzonder meer maar gemeengoed geworden!

Nou kunt u wel denken, ach, waar maak je je druk om, maar dit taalgebruik begint ook al door te dringen in de restaurants op sterrenniveau.

Laatst was ik in een restaurant getooid met 1 Michelin ster, waarbij ik u de volgende uitspraken niet wil onthouden.

De gastheer kwam aan tafel nadat we klaar waren met het voorgerecht en vroeg:

“Zijn jullie al uitgegeten?”.

Even later na het hoofdgerecht: “Hadden jullie nog wat gelusten?”

Eigenlijk had ik willen zeggen: “ nee, dank je, ik ben bomvol’’ of “ ik sta zowat op barsten”

Spijt dat ik het niet gedaan heb want ik ben bijzonder nieuwsgierig naar hoe deze conversatie zich verder ontwikkeld zou hebben.

Nu heb ik onoverkomelijke bezwaren als gasten worden aangesproken met “jullie” in plaats van met “U”, zeker op dit niveau. Omdat er te weinig gekwalificeerd personeel is, komen er, ook in de betere restaurants, steeds vaker leerlingen aan tafel die met de gasten communiceren.

Op zich is daar niets op tegen, echter de maître heeft geen flauw idee hoe de communicatie aan tafel verloopt.

Hij moet veel taken combineren, neemt de bestellingen op, stuurt de medewerkers aan en moet ook nog de sommelier taken voor zijn rekening nemen. Op deze manier ontgaat hem een aantal essentiële zaken, zoals bijvoorbeeld, de communicatie aan tafel.

Natuurlijk moet er op school meer aandacht worden besteed aan het taalonderwijs zodat het niveau beter wordt maar er ligt ook een verantwoording bij het bedrijfsleven.

Immers, het is ook in hun belang dat de leerlingen op een redelijk niveau met de gasten kunnen communiceren. Wellicht kan er tijdens de briefing van de medewerkers extra aandacht aan besteed worden.

Het is niet alleen het kennisniveau van onze taal wat problemen veroorzaakt. Het is ook de kennis van de woordenschat. Je zou toch mogen verwachten dat het woord “sommelier” bij het gros van onze leerlingen bekend is. Helaas is dit niet het geval. U kunt het niet zien, maar terwijl ik dit woord schrijf wordt het met rood onderlijnd. Klik ik op spellingcontrole dan wordt het “Somaliër”.

Een schrale troost is dat ze bij spellingcontrole ook niet weten wat een “sommelier” is.

Nou heb ik er niets op tegen als een Somaliër de wijn bij mij aan tafel serveert maar ik hoop dan toch wel dat hij er een beetje verstand van heeft, want in de woestijn is geen wijn.

Ik heb een enorme ontdekking gedaan en dat is dat veel leerlingen de meervoudsvorm van “U” niet weten, ze denken dat het “jullie” is. Nu we weten dat de oorzaak van het aanspreken van gasten met “jullie” niet afkomstig is van een zekere onbeschoftheid maar van pure onwetendheid kunnen we dit probleem heel simpel oplossen.

Gewoon door er op school aandacht aan te besteden, de winst die het oplevert is enorm.

Zo zie je maar weer, studenten hebben vaak de beste bedoelingen maar soms weten ze gewoon niet beter, daarom zijn het ook studenten.

Over de kennis van de vreemde talen wil ik het hier eigenlijk nu niet hebben maar een ding wil ik u niet onthouden. Dat is de verkeerde invloed van de ster reclame op de talenkennis van onze leerlingen. Vooral die van de reclame van Franse kaas!

Onlangs vroeg een leerling aan mij: “meneer, weet u wat kalfszwezerik in het Frans is?”

Ik zei: ja, dat is “ ris de veau” toen zei de leerling; meneer, is dat dan ongeveer hetzelfde als “la vache qui rit”.

Als je dit hoort dan denk je toch “wat hebben we een verdomd leuk vak!”.


3 reacties op “Taalperikelen”

  1. ReneS avatar
    ReneS

    En wat is de meervoudsvorm van “U”? Ik zou ook “jullie” zeggen. Gelukkig is Vous en vous in Frankrijk, waar ik woon gelijk en kan ik me beroepen op het Nederlanderschap als ik onbeleefd blijk te zijn.

  2. GJ.Sneekes avatar
    GJ.Sneekes

    Martin,Een stuk naar mijn hard,er is nog redding moet je maar denken,volgens overlevering was het vroeger ook zo en er zijn zijn steeds uitstekende gastvrouwen en heren.

  3. Remy Tolk avatar
    Remy Tolk

    Helemaal mee eens Martin, gelukkig wordt er nu weer meer aandacht besteed aan taal op de basisschool, daar begint het allemaal. En natuurlijk op de PABO…….

Laat een antwoord achter aan ReneS Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *